Toegankelijkheidssector binnen het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
In dit artikel bespreken we:
- Wat is de toegankelijkheidssector?
- Toepassing per gebruiksfunctie
- Eisen binnen de toegankelijkheidssector
- Verbouw, bestaande bouw en kwaliteitsborging
- Ontwerpchecks voor architecten
- Samenvatting
Binnen het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) vormt toegankelijkheid een belangrijk onderdeel van goed en inclusief bouwen. De regels in Afdeling 4.6 Toegankelijkheid (nieuwbouw) bepalen in welke mate gebouwen bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar moeten zijn voor personen met een lichamelijke beperking. De zogenoemde toegankelijkheidssector geeft aan welk deel van een gebouw aan deze eisen moet voldoen.
Wat is de toegankelijkheidssector?
De toegankelijkheidssector is het gedeelte van een gebouw dat geschikt moet zijn voor personen met een beperking. Het gaat om routes, entrees, verblijfsruimten, toiletten en andere voorzieningen die zelfstandig bruikbaar moeten zijn. De eisen zijn vastgelegd in Afdeling 4.6 Toegankelijkheid (nieuwbouw), artikelen 4.180 t/m 4.192.
In tabel 4.183 is per gebruiksfunctie vastgelegd in welke mate de toegankelijkheidssector verplicht is. De artikelen 4.188 t/m 4.190 geven vervolgens nadere voorschriften over bereikbaarheid, hoogteverschillen en liften.
Toepassing per gebruiksfunctie
Onderstaande tabel geeft per gebruiksfunctie weer wanneer de toegankelijkheidssector verplicht is en in welke omvang, gebaseerd op tabel 4.183 van het Bbl. De tabel biedt een praktisch overzicht voor architecten en ontwerpers die vroegtijdig rekening willen houden met de toegankelijkheidseisen.
| Gebruiksfunctie | Drempel GO voor sector (m²) | Omvang sector (% verblijfsgebied) | Eenheidseis (n of %) | Extra trigger(s) / opmerkingen |
| 1a. Woonfunctie (particulier) | — | — | — | Geen toegankelijkheidssector voor individuele woning (wel bereikbaarheidseisen voor het gebouw als geheel, §4.6.3). |
| 1b. Woonfunctie (niet-particulier) | Zie opmerkingen | — | — | Toegankelijkheidssector vereist bij woongebouw als: vloeren met verblijfsgebied ≥12,5 m boven meetniveau óf GO >3.500 m² dat ≥1,5 m boven meetniveau ligt; tevens voor woonfunctie voor zorg >500 m². |
| 2a. Bijeenkomstfunctie voor alcoholverstrekking | 250* | 80 | — | *Algemene drempel 250 m². Daarnaast SPECIFIEK: toegankelijkheidssector al vereist vanaf 150 m² GO,. |
| 2b. Bijeenkomstfunctie voor aanschouwen van sport/film/muziek/theater | 250 | 40 | — | Bijvoorbeeld bioscopen, theaters, tribunes. |
| 2c. Overige bijeenkomstfunctie | 250 | 80 | — | Bijv. congrescentrum, vergadercentrum, religieuze gebouwen. |
| 3. Celfunctie | 400 | 40 | Integraal toegankelijk toilet: 1 toilet per 300 personen | Sector-eisen van toepassing; n voor toiletten |
| 4. Gezondheidszorgfunctie | 250 | 80 | Integraal toegankelijk toilet: 1 toilet per 300 personen; met bedgebied: 1 integraal toegankelijke badruimte per 500 m² bedgebied | Voor functies mét bedgebied aanvullende badruimte-eis. |
| 5a. Lichte industriefunctie | – | – | – | – |
| 5b. Andere industriefunctie | 400 | 40 | 1 integraal toegankelijk toilet per 300 personen | — |
| 6. Kantoorfunctie | 400 | 40 | 1 integraal toegankelijk toilet per 300 personen | Bij nevengebruiksfunctie (kantine e.d.) blijft 40% voor die nevenfunctie gelden. |
| 7a. Logiesfunctie in een logiesgebouw | 250 | — | Minimaal 5% van de logiesverblijven integraal toegankelijk (afronden naar boven) | Tevens minimaal 1 integraal toegankelijk toilet; 1 op de 20 badruimten integraal toegankelijk. |
| 7b. Andere logiesfunctie | 400 | 40 | — | Kleinschalig (B&B e.d.); sector-eisen afhankelijk van inrichting en omvang, |
| 8. Onderwijsfunctie | 400 | 100 | 1 integraal toegankelijk toilet per 1050 personen | Volledig verblijfsgebied binnen de sector. |
| 9. Sportfunctie | 400 | 40 | — | Tribunes en kleed/doucheruimten in sector, zie praktijk. |
| 10. Winkelfunctie | 250 | 60 | — | Verkoopruimte + kassa-route binnen sector. |
Toelichting: binnen de toegankelijkheidssector moeten ten minste één route, één toilet en één verblijfsruimte aan de toegankelijkheidseisen voldoen. Bij gebouwen met meerdere bouwlagen moet de toegankelijkheid per verdieping worden gegarandeerd via lift of hellingbaan.
Voorbeeld logiesfunctie in een logiesgebouw en bijeenkomstfunctie:
Logiesfunctie blauw omkaderd zijn 3 logiesfunctie in een logiesgebouw:
In een logiesgebouw met een toegankelijkheidssector ligt ten minste 5% van de logiesverblijven, op een geheel getal naar boven afgerond, in een toegankelijkheidssector.
Totaal aantal logiesfuncties: 3 = 1 logiesverblijf in de toegankelijkheidssector. Blauwe vlak is de logiesfunctie in een toegankelijkheidssector, de volgende eisen worden gehandhaafd:
- Een integraal toegankelijke badruimte die is samengevoegd met een toiletruimte heeft een vloeroppervlakte van ten minste 2,2 m x 2,2 m.
- Een ruimte die in een toegankelijkheidssector ligt, is rechtstreeks bereikbaar vanaf het aansluitende terrein of langs een verkeersroute die alleen door een toegankelijkheidssector voert.
- In een in artikel 4.186, eerste lid, bedoeld verblijfsgebied is ten minste een verblijfsruimte met een vloeroppervlakte van ten minste 14 m2 bij een breedte van ten minste 3,2 m.
Bijeenkomstfunctie groen omkaderd hiervan is het groene vlak aangewezen als toegankelijkheidssector, de rode vlakken zijn integraal toegankelijke toiletruimtes met een vloeroppervlakte van ten minste 1,65m x 2,2m. De bijeenkomstfunctie heeft een oppervlakte van 305 m2, de grens voor het toepassen van de toegankelijkheidssector is 250 m2. Minimaal 80% van de bijeenkomstfunctie dient toegankelijkheidssector te zijn, dit is 244m2. Beide toegankelijkheidssectoren hebben een eigen integraal toegankelijke toiletruimte.
Eisen binnen de toegankelijkheidssector
De artikelen 4.188 t/m 4.190 beschrijven de concrete ontwerpuitgangspunten voor bereikbaarheid, hoogteverschillen en liften.
Bereikbaarheid (artikel 4.188).
Het gebouw moet bereikbaar zijn via een obstakelvrije route:
- Route Breedte: minimaal 1,2 m, lokaal versmalling tot 0,9 m toegestaan over maximaal 2 m.
- Drempels: maximaal 20 mm hoog.
- Draaicirkel: minimaal 1,5 m bij richtingsveranderingen.
- Deurbreedte: vrije doorgang minimaal 0,85 m.
Hoogteverschillen (artikel 4.189)
- Maximale helling: 1 : 20 (5 %) bij langere routes.
- Korte hellingen: maximaal 1 : 12 bij hoogte ≤ 0,5 m of 1 : 10 bij ≤ 0,25 m.
- Tussenbordes: verplicht bij hoogteverschil > 0,5 m (minimaal 1,5 m lang).
Lift en afmetingen (artikel 4.190)
- Liftkooi: minimaal 1,05 × 1,35 m.
- Liftdeur: vrije doorgang 0,85 m.
- Loopafstand: bij woongebouwen maximaal 90 m tussen woningtoegang en lift.
Toiletvoorziening
Binnen de toegankelijkheidssector moet minimaal één toilet geschikt zijn voor rolstoelgebruikers:
- Vrije draaicirkel: minimaal 1,5 m.
- Vrije opstelruimte: 0,9 m aan weerszijden van het closet.
- Steunbeugels: aan beide zijden aanwezig.
Voor meer informatie zie: Toiletruimte – eisen volgens het BBL
Verbouw, bestaande bouw en kwaliteitsborging
Bij nieuwbouw moeten de eisen volledig worden toegepast.
Bij verbouw geldt dat de toegankelijkheid moet worden verbeterd voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is.
Bij bestaande bouw mag de toegankelijkheid niet verslechteren ten opzichte van de bestaande toestand.
Onder de Wet Kwaliteitsborging (WKB) valt de toegankelijkheidssector binnen het toetsingskader van de kwaliteitsborger. De borger controleert of routes, hoogteverschillen, liften en sanitaire voorzieningen voldoen aan de eisen van het BBL. In onze Bouwbesluit Plus Berekening worden deze onderdelen opgenomen in het ontwerp- en uitvoeringsdossier.
Ontwerpchecks voor architecten
- Plan een toegankelijke route (min. 1,2 m breed) van terrein tot hoofdentree.
- Controleer hoogteverschillen en pas hellingbanen van max. 1 : 20 toe.
- Zorg voor toegankelijke deuren (doorgang ≥ 0,85 m) en voldoende draaicirkels.
- Positioneer de lift zodanig dat de sector goed bereikbaar blijft.
- Voorzie ten minste één toegankelijke toilet binnen de sector.
- Leg ontwerpkeuzes vast in het dossier voor kwaliteitsborging.
Samenvatting
De toegankelijkheidssector binnen het Bbl bepaalt welk deel van een gebouw geschikt moet zijn voor mindervaliden. Afdeling 4.6 (artikelen 4.180 t/m 4.192) geeft hiervoor duidelijke voorschriften, met per gebruiksfunctie vastgelegde oppervlaktes, percentages en eisen voor routes, liften en toiletten. Door deze voorschriften al vroeg in het ontwerpproces te integreren, voorkomen architecten kostbare aanpassingen en dragen ze bij aan een inclusieve en toekomstbestendige gebouwde omgeving.
| Gebruiksfunctie | Drempel GO voor sector (m²) | Omvang sector (% verblijfsgebied) | Eenheidseis (n of %) | Extra trigger(s) / opmerkingen |
| 1a. Woonfunctie (particulier) | — | — | — | Geen toegankelijkheidssector voor individuele woning (wel bereikbaarheidseisen voor het gebouw als geheel, §4.6.3). |
| 1b. Woonfunctie (niet-particulier) | Zie opmerkingen | — | — | Toegankelijkheidssector vereist bij woongebouw als: vloeren met verblijfsgebied ≥12,5 m boven meetniveau óf GO >3.500 m² dat ≥1,5 m boven meetniveau ligt; tevens voor woonfunctie voor zorg >500 m². |
| 2a. Bijeenkomstfunctie voor alcoholverstrekking | 250* | 80 | — | *Algemene drempel 250 m². Daarnaast SPECIFIEK: toegankelijkheidssector al vereist vanaf 150 m² GO,. |
| 2b. Bijeenkomstfunctie voor aanschouwen van sport/film/muziek/theater | 250 | 40 | — | Bijvoorbeeld bioscopen, theaters, tribunes. |
| 2c. Overige bijeenkomstfunctie | 250 | 80 | — | Bijv. congrescentrum, vergadercentrum, religieuze gebouwen. |
| 3. Celfunctie | 400 | 40 | Integraal toegankelijk toilet: 1 toilet per 300 personen | Sector-eisen van toepassing; n voor toiletten |
| 4. Gezondheidszorgfunctie | 250 | 80 | Integraal toegankelijk toilet: 1 toilet per 300 personen; met bedgebied: 1 integraal toegankelijke badruimte per 500 m² bedgebied | Voor functies mét bedgebied aanvullende badruimte-eis. |
| 5a. Lichte industriefunctie | – | – | – | – |
| 5b. Andere industriefunctie | 400 | 40 | 1 integraal toegankelijk toilet per 300 personen | — |
| 6. Kantoorfunctie | 400 | 40 | 1 integraal toegankelijk toilet per 300 personen | Bij nevengebruiksfunctie (kantine e.d.) blijft 40% voor die nevenfunctie gelden. |
| 7a. Logiesfunctie in een logiesgebouw | 250 | — | Minimaal 5% van de logiesverblijven integraal toegankelijk (afronden naar boven) | Tevens minimaal 1 integraal toegankelijk toilet; 1 op de 20 badruimten integraal toegankelijk. |
| 7b. Andere logiesfunctie | 400 | 40 | — | Kleinschalig (B&B e.d.); sector-eisen afhankelijk van inrichting en omvang, |
| 8. Onderwijsfunctie | 400 | 100 | 1 integraal toegankelijk toilet per 1050 personen | Volledig verblijfsgebied binnen de sector. |
| 9. Sportfunctie | 400 | 40 | — | Tribunes en kleed/doucheruimten in sector, zie praktijk. |
| 10. Winkelfunctie | 250 | 60 | — | Verkoopruimte + kassa-route binnen sector. |

