Welke BBL artikelen zijn van toepassing op het buitengeluid van warmtepompen?
In tabel 1 vindt u de eisen die het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) stelt aan het buitengeluid van een warmtepomp voor nieuwbouw. Deze samenvattingstabel bevat per gebruiksfunctie de relevante bepalingen en de bijbehorende grenswaarden.
Voor meer informatie over de relevante bepalingen en de actuele eisen, raadpleeg ‘afdeling 4.3.2 Bescherming tegen geluid van bouwwerkinstallaties‘ van het BBL online.
Nieuwbouw
Tabel 1. Buitengeluideisen warmtepomp BBL
Artikel 4.107 aangrenzend bouwwerkperceel
- Een toilet met waterspoeling, een kraan, een mechanische voorziening voor luchtverversing, een installatie voor warmte- of koudeopwekking, een installatie voor het verhogen van waterdruk of een lift veroorzaakt in een op een aangrenzend bouwwerkperceel gelegen verblijfsgebied een volgens NEN 5077 bepaald karakteristiek installatie-geluidsniveau van ten hoogste 30 dB. Dit is niet van toepassing op een op een aangrenzend perceel gelegen lichte industriefunctie of overige gebruiksfunctie.
- Een installatie voor warmte- of koudeopwekking, die is opgesteld buiten de uitwendige scheidingsconstructie van een bouwwerk, veroorzaakt op de perceelgrens met een bouwwerkperceel voor een andere woonfunctie een geluidsniveau van ten hoogste 40 dB, berekend volgens de bij ministeriële regeling gestelde regels.
Artikel 4.108 hetzelfde bouwwerkperceel
- Een toilet met waterspoeling, een kraan, een mechanische voorziening voor luchtverversing, een installatie voor warmte- of koudeopwekking, een installatie voor het verhogen van waterdruk of een lift veroorzaakt in een niet-gemeenschappelijk verblijfsgebied van een aangrenzende op hetzelfde bouwwerkperceel gelegen woonfunctie een volgens NEN 5077 bepaald karakteristiek installatie-geluidsniveau van ten hoogste 30 dB.
- Een mechanische voorziening voor luchtverversing of warmterugwinning, of een installatie voor warmte- of koudeopwekking veroorzaakt in een niet-gemeenschappelijk verblijfsgebied van de gebruiksfunctie een volgens NEN 5077 bepaald karakteristiek installatie-geluidsniveau van ten hoogste het in tabel 1 aangegeven geluidniveau.
- Een installatie voor warmte- of koudeopwekking, die is opgesteld buiten de uitwendige scheidingsconstructie van een bouwwerk, veroorzaakt ter plaatse van een te openen raam of deur van een niet-gemeenschappelijk verblijfsgebied van een aangrenzende op hetzelfde bouwwerkperceel gelegen woonfunctie een geluidsniveau van ten hoogste 40 dB, berekend volgens de bij ministeriële regeling gestelde regels.
Artikel 4.109 tijdelijk bouwwerk
Op het bouwen van een tijdelijk bouwwerk zijn de artikelen 4.107 en 4.108 van overeenkomstige toepassing, waarbij bij een tijdelijk bouwwerk met een instandhoudingstermijn van ten hoogste 10 jaar wordt uitgegaan van een niveau van eisen dat 10 dB lager is dan het in die artikelen bedoelde niveau.
Bestaande Bouw – moet ik ergens aan voldoen om een warmtepomp te plaatsen?
Voor het plaatsen van een warmtepomp in een bestaand gebouw kan een vergunning nodig zijn! In het artikel “Warmtepomp plaatsen: heb ik een vergunning nodig?” leggen we uit in welke situaties je wel of geen vergunning moet aanvragen. Afhankelijk van de omstandigheden en de gemeente kan artikel 4.107, lid 2 ook van toepassing zijn op het plaatsen van een warmtepomp bij een bestaande woning.