De wetgeving omtrent onrechtmatige schaduwhinder, uitzichtbelemmering en de vermindering van zon en daglicht is complex. Op deze pagina leggen wij u alles zo compleet mogelijk uit. Onderstaande vragen worden beantwoord:
Uitbouw buren zorgt voor uitzichtbelemmering, minder zon- en daglicht
Gaan uw buren een aan-of uitbouw plaatsen waardoor u onrechtmatige hinder ervaart? Onderstaand de meest voorkomende vormen van hinder en hoe je dit kan onderzoeken en aantonen.
Vermindering zon door uitbouw buren
Een vermindering van de zon is een veel voorkomend problemen dat gepaard gaat met een verbouwing van de buren. Met zon wordt uitsluitend het directe zonlicht bedoeld en niet daglicht. Het is verstandig om dit samen met de buren (of alleen) uit te zoeken. Dit kan d.m.v. een bezonningsstudie. Een bezonningsstudie vergelijkt en presenteert de zon en schaduwval van de bestaande en de nieuwe situatie. Er zijn hier geen landelijke eisen van toepassing, maar gemeentelijke eisen. Voor meer informatie over deze eisen kunt u terecht op onze pagina TNO-Normen.
Onderstaand een voorbeeld van de afname van de zon in de tuinen door de plannen van een dakopbouw.
Vermindering daglicht door uitbouw buren
Een vermindering van licht door een uitbouw is anders dan een vermindering van zon. Er zijn twee methoden om een vermindering van licht aan te tonen. In het BBL zijn eisen m.b.t daglicht opgenomen en hoe je dit kan berekenen. De bepalingsmethode van de daglichtberekening kan een goede tool zijn om de vermindering van daglicht aan te tonen. Let op: hier is de berekening eigenlijk niet voor bedoeld, maar het is wel een goed medium om hinder aan te tonen.
Daarnaast kan er worden gekozen om een verlichtingssterkte berekening (lux calculatie) op te stellen. Hierin wordt het verschil in lux in de woning bepaald voor de nieuwe vs. de bestaande situatie.
Onderstaand een voorbeeld van de afname van daglicht door een uitbouw, aangetoond door een lux calculatie.
Uitzichtbelemmering en het kokereffect
Er is sprake van een kokereffect als men geen vrij uitzicht (uitsluitend door het recht omhoog kijken) meer heeft op de hemelkoepel. Denk hierbij aan een zittende of staande positie in uw woning, waarbij u alleen uitzicht heeft op de bebouwing van de buren. Deze vorm van uitzichtbelemmering komt vaak voor doordat er in de dorpen en steden steeds dichter op elkaar word gebouwd. Tuinen worden dicht gebouwd voor extra vierkante meters aan woonoppervlakte. Een 3D visualisatie met een perspectief vanuit de woning is een goede methode om dit te presenteren.
Wat heeft u aan het burenrecht bij de plaatsing van een schutting of een vergunningsvrij bouwwerk?
Een rechter kan op grond van het burenrecht dwingen om een bouwwerk of een schutting geplaatst op de erfafscheiding aan te passen of in extreme situaties te laten verwijderen. Ook al is dit bouwwerk legaal geplaatst door een vergunning van de gemeente. Dit houdt in dat bij zowel een vergunningsvrij aanvraag als bij een niet vergunningsvrije aanvraag, u toch bezwaar op de bouwvergunning kan indienen.
Dit dient u te doen via de rechtbank en niet via de gemeente. De uitspraak van de rechtbank hangt af van de grote van de hinder, of deze hinder toereikend is aan het gebouwde/ te bouwen bouwwerk en de totaalbeleving.
Dit betekent dat de gemeentelijke eisen en normen dus niet het laatste woord hebben!
Welke artikelen uit het burgerlijk wetboek gaan over onrechtmatige hinder, bezwaar op een uitbouw of een bezwaar op een bouwvergunningen?
Naast het burenrecht zijn er verschillende artikelen uit het burgerlijk wetboek die wij regelmatig voorbij zien komen in gerechtelijke procedures. Hiermee kunt u bezwaar indienen op de bouwvergunning van de buren. De belangrijkste artikelen hebben wij hieronder voor u uitgeschreven en samengevat.
Artikel 5:37 van het Burgerlijk Wetboek
De eigenaar van een erf mag niet in een mate of op een wijze die volgens artikel 162 van Boek 6 onrechtmatig is, aan eigenaars van andere erven hinder toebrengen zoals door het verspreiden van rumoer, trillingen, stank, rook of gassen, door het onthouden van licht of lucht of door het ontnemen van steun.
Artikel 5:50 van het Burgerlijk wetboek
Tenzij de eigenaar van het naburige erf daartoe toestemming heeft gegeven, is het niet geoorloofd binnen twee meter van de grenslijn van dit erf vensters of andere muuropeningen, dan wel balkons of soortgelijke werken te hebben, voor zover deze op dit erf uitzicht geven.
De nabuur kan zich niet verzetten tegen de aanwezigheid van zodanige openingen of werken, indien zijn erf een openbare weg of een openbaar water is, indien zich tussen de erven openbare wegen of openbare wateren bevinden of indien het uitzicht niet verder reikt dan tot een binnen twee meter van de opening of het werk zich bevindende muur. Uit dezen hoofde geoorloofde openingen of werken blijven geoorloofd, ook nadat de erven hun openbare bestemming hebben verloren of de muur is gesloopt.
De in dit artikel bedoelde afstand wordt gemeten rechthoekig uit de buitenkant van de muur daar, waar de opening is gemaakt, of uit de buitenste naar het naburige erf gekeerde rand van het vooruitspringende werk tot aan de grenslijn der erven of de muur.
Wanneer de nabuur als gevolg van verjaring geen wegneming van een opening of werk meer kan vorderen, is hij verplicht binnen een afstand van twee meter daarvan geen gebouwen of werken aan te brengen die de eigenaar van het andere erf onredelijk zouden hinderen, behoudens voor zover zulk een gebouw of werk zich daar reeds op het tijdstip van de voltooiing van de verjaring bevond.
Ter zake van een volgens dit artikel ongeoorloofde toestand is slechts vergoeding verschuldigd van schade, ontstaan na het tijdstip waartegen opheffing van die toestand is aangemaand.
Artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek
Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.
Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.
Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt
Conclusies burgerlijk wetboek
- Uw mag elkaar niet hinderen, ook niet m.b.t. zon en licht.
- Is er sprake van verjaring? Dan zijn de buren verplicht om niet binnen twee meter van uw gevel openingen te bouwen.
- Er dient aangetoond te worden dat een daad onrechtmatig is en of er sprake is van schade door deze daad. Daarnaast moet er worden aangetoond dat deze daad toe te rekenen is aan de dader.
Wie bepaalt of u onrechtmatige schaduwhinder heeft?
De gemeente is de partij die wel of niet de omgevingsvergunning verstrekt. Dit is de eerste instantie waar u mee te maken heeft. In de meeste gevallen zal de gemeente u vragen om een bezonningsstudie aan te leveren. Aan de hand van de bezonningsstudie wordt er door de gemeente bepaald of er wel of geen bouwvergunning wordt afgegeven, ook als het een vergunningsvrije aanvraag gaat.
Geef de gemeente de vergunning af, maar bent u van mening dat u toch hinder ervaart en komt u hier niet uit met de buren? Dan bent u genoodzaakt om naar de rechter te stappen.
De rechter zal beoordelen a.d.h.v uw argumentatie en onderzoeken of er sprake is van onrechtmatige schaduwhinder. Hoe vollediger u dit laat onderzoeken, hoe beter.
Tip: Gaat u naar de rechter en heeft u een rechtsbijstandsverzekering? Dan vallen de kosten van een bezonningsstudie, daglichtberekening en of een lux calculatie vaak onder uw rechtsbijstandverzekering.