Veelgestelde vragen > Bouwbesluitberekeningen > Oppervlakteberekening

Vragen over de Oppervlakteberekening

Alle antwoorden op een rij!

Het Bouwbesluit heeft een uitzondering voor niet particulier opdrachtgeverschap. Particulier opdrachtgeverschap valt onder de eisen van ‘§ 4.1.2. Bestaande bouw’. En niet-particulier opdrachtgeverschap valt onder de eisen van ‘§ 4.1.1. Nieuwbouw’. 

De belangrijkste verschillen zijn:

  • Voor particulier opdrachtgeverschap (bestaande bouw eis) geldt de oppervlakte toets van 55% GO/VG niet. Voor niet-particulier opdrachtgeverschap (nieuwbouw eis) geldt deze eis wel.
  • Voor particulier opdrachtgeverschap (bestaande bouw eis) is de minimale hoogte vanaf de vloer van een verblijfsruimte/verblijfsgebied 2100 mm, bij niet-particulier opdrachtgeverschap (nieuwbouw eis) is de minimale hoogte van een verblijfsruimte/verblijfsgebied 2600 mm.

Een GBO/VG schema is een tekening met een arcering die schematische aangeeft hoe de verhouding tussen het GBO (gebruiksoppervlakte) en het VG (verblijfsgebied) is. Voor niet particulier opdrachtgeverschap is er een 55% eis. Dat betekent dat 55% van het GBO, VG moet zijn. Voor particulier opdrachtgeverschap geldt die eis niet.

Particulier opdrachtgeverschap

Voor particulier opdrachtgeverschap is het daarom ook zonde van de tijd en het geld om dit schema op te stellen. Ook voor niet particulier opdrachtgeverschap is het niet verplicht, en kun je het eenvoudig in tabelvorm uitlezen.

Sommige gemeenten eisen een schema, dit is naar ons inziens zonde van de tijd en het geld. Ook is het geen verplichting uit het bouwbesluit dat dit moet worden aangeleverd in tekening vorm.

Veel tekenaars halen de begrippen GBO en NVO door elkaar (niet lullig bedoelt), daarom meten wij altijd zelf het GBO. Het NVO is het netto vloeroppervlakte, en wordt opgemeten tussen de binnenmuren per ruimte. Het GBO is gebruikersoppervlakte, dit is wat complexer, onder het GBO vallen namelijk ook niet dragende binnenmuren. Het oppervlakte onder de binnenmuren moet je dan aan verschillende ruimte toe kennen. Dit kan vrij complex zijn omdat je het oppervlakte onder een niet dragende  binnenmuur moet opdelen tussen twee ruimtes.

TIPS:

  • Zet altijd het NVO in je tekeningen per ruimte en niet het GBO (9/10 keer klopt de term GBO namelijk niet op ruimteniveau).
  • Meet het GBO in zijn totaliteit op en niet op ruimteniveau, op deze manier hoef je geen ingewikkelde opsplitsingen te maken.

Een verblijfsruimte (volgens bouwbesluit) is een ruimte bedoeld voor het verblijven van mensen en ligt altijd in een verblijfsgebied. Waarbij een verblijfsgebied kan bestaand uit één of meer verblijfsruimtes.

Verblijfsruimtes die naast elkaar liggen (in de plattegrond) waarbij de scheidingsmuur niet dragend is, horen samen in een verblijfsgebied. Als de muur wel dragend is, worden de verblijfsruimtes verdeeld in twee aparte verblijfsgebieden.

Gebruiksoppervlakte

Het gebruiksoppervlakte kan dezelfde afmetingen hebben als een verblijfsruimte, maar dat hoeft niet altijd. Een gebruiksoppervlakte meet je vanaf 1500 mm waar het oppervlakte van een verblijfsruimte wordt gemeten vanaf de 2100 m of de 2600 mm lijn. Welke hoogte je moet hanteren hangt af van de eisen en normen van het bouwbesluit.