De BENG indicatoren zijn de nieuwe toetsingscriteria om nieuwbouw gebouwen te beoordelen. De indicatoren zijn opgesplitst in vier onderdelen: deze kennen we als de BENG 1, 2, 3 en de Tojuli Indicator. Onderstaand lees je wat de indicatoren precies inhouden en hoe je deze kunt beïnvloeden.
De BENG 1 is het totale energiebehoefte in kWh/m² voor verwarming en koeling. Eigenlijk geeft dit antwoord op de volgende vragen: Hoeveel warmtebehoefte heeft mijn woning nodig? En hoeveel koudebehoefte heeft mijn woning nodig? Met de hoge isolatiewaarden en veel glas wordt de kans op temperatuuroverschrijdingen (TO Juli) steeds groter. De koudebehoefte is daarom ook een essentieel onderdeel van de BENG 1.
De moeilijkheid van dit onderdeel zit hem in het ontwerp (verhouding Als/Ag), de thermische massa, de isolatiewaarden, de zontoetreding en de oriëntatie van het gebouw. Dit zijn zaken waar de architect vanaf het begin goed rekening mee dient te houden. Ieder gebouw heeft hierdoor ook een andere BENG 1 eis.
De score kan niet gecompenseerd worden door de installaties of duurzame oplossingen zoals PV-panelen.
Onderzoek waar de winst zit. Zit de winst in het verbeteren van de warmte- of de koudebehoefte van de woning?
Per onderdeel zullen we de invloed aangeven met het volgende:
++ grote invloed op de berekening (positief)
+ invloed op (positief)
+/- soms wel soms niet
Het totale primaire fossiele brandstofgebruik in kWh/m², is de indicator voor de BENG 2. Dit is het primaire brandstofverbruik dat uw woning nodig heeft voor verwarming, warm tapwater, koeling, ventilatie en verlichting (verlichting is alleen onderdeel van utiliteitsgebouwen). Deze indicator is vaak maatgevende voor het wel of niet voldoen aan de eisen. Daarnaast is de uitkomst van de BENG 2 gerelateerd aan het energielabel van uw woning.
Bij dit onderdeel gaat het voornamelijk over het “energieverbruik” van de installaties. Het toepassen van goede installaties (hoog rendement), bij voorkeur installaties met kwaliteitsverklaringen (BCRG) verlagen de BENG 2-indicator significant.
De BENG 3 presenteert het aandeel hernieuwbare energie uitgedrukt in procenten. De formule = [hoeveelheid hernieuwbare energie] / [totaal primair fossiel energiegebruik].
De BENG 2 en 3 zijn gerelateerd aan elkaar. Hoe beter de installaties, hoe hoger het aandeel hernieuwbare energie. Daarom tellen de tips die bij de BENG 2 staan ook voor de BENG 3. Aanvullend hierop:
Op 1 juli 2024 werd de TOjuli-indicator geïntroduceerd. Deze maatregel is genomen vanwege de steeds warmere zomers in combinatie met de zeer goed geïsoleerde woningen, wat het risico op oververhitting bij nieuwbouw aanzienlijk vergroot. De TOjuli-indicator is ontworpen om dit risico te beperken en een comfortabel binnenklimaat te waarborgen.
In ons uitgebreide artikel gaan we dieper in op de nieuwe TOjuli-indicator. We bespreken de achtergrond en noodzaak van deze maatregel, en bieden een strategie en advies om hier effectief aan te voldoen.
Lees het volledige artikel en ontdek hoe u uw bouwprojecten kunt voorbereiden op de nieuwe eisen: Risico op Oververhitting – 1 juli 2024 Aanscherping BENG.
De BENG 1 2 en 3 worden door een BENG berekening inzichtelijk gemaakt. De BENG eisen zijn afhankelijk van de verhouding Als/Ag, de bouwwijze en de functie van het gebouw.
Na de berekening weet je precies aan welke eis het gebouw wordt getoetst en wat de score per BENG indicator is.
Door grootste winst (t.o.v. de kosten) zit hem in:
De uitgebreide methode koudebruggen hebben geen effect op het werkelijke gebouw. Dit zorgt voor een theoretisch lagere score. Het voordeel hiervan is dat je eenvoudig kan blijven voldoen aan de BENG. Je bent daardoor niet verplicht om de woning beter te isoleren, of om triple glas toe te passen. Op deze manier kan het gebouw dus eenvoudiger voldoen aan de eisen, en de bouwkosten drukken.
Een meetrapport voor de infiltratie waarde Qv10 is altijd een aanrader. Zo weet je zeker dat de uitvoerder nauwkeurig let op de kierdichtingen! Ons advies is om dit dus altijd te laten uitvoeren, daarnaast zorgt dit ook voor een significant lagere score (beter) en zal ook in praktijk de woning beter functioneren. Dit is dus een win-win.
Kwaliteitsverklaringen moeten verplicht bij BCRG zijn opgenomen. Als dat niet het geval is, dan mogen wij deze niet gebruiken en wordt er met een forfaitaire rendement gerekend (slechter). Door producten te kiezen met een kwaliteitsverklaring ben je er zelf van verzekerd dat dit een goed product is en dat de BENG score lager uitvalt, wat weer positief is op het aantal PV panelen (je hebt er dan minder nodig ter compensatie). Van niet alle producten zijn kwaliteitsverklaringen aanwezig, dit betekend per definitie niet dat dit een slecht product is, maar met verklaring geeft dit wel meer zekerheid. Voordeel van forfaitaire rekenen is dat de woning in praktijk veel energiezuiniger is dan de berekening aangeeft. Vaak zijn de producten namelijk een stuk energiezuiniger dan de forfaitaire waarde.
Als u van plan bent om meer PV panelen te plaatsen dan nodig, dan maakt het toepassen van een product met verklaring minder uit. Mits je natuurlijk een product kiest van een betrouwbare fabrikant. Maar wilt u op de bouwkosten letten, dan is dit echt een must.
